Zitschaamte
In-beweging-komen is wat de gezondheids-fanatici prediken. En daar valt natuurlijk niet zoveel tegen in te brengen. Maar bedenkelijk is het wel om te merken dat mensen er niet meer voor uit durven komen hoe fijn het is om. even lekker te zitten. Ze doen het wel, dat zitten, maar laten het liever onbesproken.
Deze zitschaamte is een probleem in wording. Tijdens willekeurige gesprekken is er altijd wel iemand die trots vertelt hoeveel stappen hij die dag heeft gedaan en je staat er tegenwoordig ook beter op als je nog gebruik maakt van een gewone fiets in plaats van dat je profiteert van het gemak van een elektrische variant.
En je maakt helemaal de blits als je, staand op een loopband, de notulen van de vergaderingen voorbereidt En wie voor een uurtje wat psychologische begeleiding wil van een therapeut, hoeft niet te gaan zitten bij een reguliere coach, maar kan zich aanmelden bij een wandelcoach. Ik bedoel, hoe mooi is dat om de boel geestelijk even op te ruimen terwijl je tegelijkertijd toch in beweging blijft.
Wie derhalve een beetje mee wil doen met de tijdsgeest, zal in beweging moeten komen. Want anders is het net alsof je een stille doodswens hebt. Dit alles is natuurlijk slecht nieuws voor mensen die, beroepshalve, wel moeten zitten. Zo kun je het de (bus)chauffeur toch niet kwalijk nemen dat hij achter zijn stuur blijft zitten of dat de kassière op haar kruk geplakt blijft om weer de volgende klant te kunnen helpen. Nee, deze mensen hebben een zittend beroep en dienen daar trots op te zijn.
En daarmee kom ik op een belangrijk aspect van het zitten, namelijk dat het simpelweg ontspannend is; en al helemaal wanneer je verschillende soorten goed-zittende fauteuils hebt. Bovendien is het zitten, bij uitstek, de manier waarop goede gesprekken tot stand komen omdat je dan pas echt de aandacht op de ander kunt richten.
Alles waarvoor je in beweging moet komen zoals bij het stofzuigen, een maaltijd voorbereiden of de auto wassen, is, wat mij betreft, al beweging genoeg. En ben je klaar, zeg dan hardop: ‘ben blij dat ik even zit’.