Empathitis
Als geen ander kan de mens zich verplaatsen in zijn medemens; en daardoor betrokkenheid tonen voor wat die ander meemaakt. En dat is fantastisch. Maar sommige mensen zijn zo empathisch dat er sprake is van empathitis: het overdreven lijden aan wat eigenlijk het lijden van een ander is.
Zo zijn er lieden die zich ziek melden op het werk omdat zij gebukt gaan onder het wereldnieuws. Nu is er natuurlijk helemaal niets mis mee om betrokkenheid te voelen bij de ellende die mensen elders moeten ondergaan. Verbondenheid is juist wat mensen over de hele wereld nodig hebben om de kracht te vinden in het oplossen van de problemen. Desalniettemin kan de mens, die behept is met empathitis, zich het lijden van andere wereldburgers zo toe-eigenen dat hij zich evengoed slachtoffer voelt; en dat terwijl zijn eigen levensomstandigheden meer dan prima zijn. In plaats van zelf iets constructiefs te doen voor de mensen om hem heen, vervalt hij, met zijn empathitis, in een vorm van onaantastbare passiviteit; en maakt hij het hebben van normaal contact welhaast onmogelijk. Een andere vorm van empathitis is wat sommige ouders vertonen in relatie met hun kinderen. Ook dan weer geldt dat het natuurlijk geweldig is wanneer ouders echte betrokkenheid tonen bij hun kinderen. Maar meer dan eens zal een kind zeggen: ‘ik ga echt niet aan mijn moeder vertellen dat ik wat studievertraging heb want dan ligt zij er wakker van; en wordt het probleem alleen maar groter dan het in werkelijkheid is’. Tegenslag maakt sterker; en ieder kind verdient het om zijn eigen kracht te ontwikkelen. Maar de ouder met empathitis geeft eerder het signaal af dat het kind niet bij machte is om de problemen het hoofd te bieden. Overigens gebeurt dit vandaag de dag maar al te vaak als ouders op hoge poten naar de schooldirectie stappen vanwege een onvoldoende; en zich gedragen alsof zij zelf een slecht werkstuk hebben gemaakt. Zo bekeken is ouderlijke empathitis alleen maar een motie van wantrouwen naar het kind. Weer een andere vorm van empathitis komt voor in mijn eigen beroepsgroep van psychologen. Empathie is zelfs een ‘uitvinding’ van de beroemde psycholoog Carl Rogers: de man die de ‘hum-hum-therapie’ heeft ontwikkeld. En natuurlijk: de betrokkenheid van de therapeut is cruciaal voor welke behandeling dan ook. Maar sommige therapeuten laten zich zo meeslepen door het lijden van de patiënt dat zij karrevrachten aan oplossingen verzinnen om ook zelf verlost te zijn van het probleem; en geven hiermee ook weer het signaal af dat de patiënt onvermogend is om zelf met een oplossing te komen. Als hulpverlener heb ik dan ook eerder een voorkeur voor: compassie.
Betrokkenheid tonen is een groot goed en brandstof voor elke relatie. Maar pak het lijden van de ander niet af door over te lopen van empathie. Daar stoot je die ander alleen maar mee af.